Ik zit net aan mijn eerste kop koffie van de dag, de stilte van de ochtend nog om me heen. Plots hoor ik snelle voetstappen op de trap. Mijn zoon stormt naar beneden, zijn gezicht rood van frustratie. “Je begrijpt me niet! Je luistert nooit naar me!” roept hij naar me, terwijl hij haastig zijn schoenen aantrekt. Zijn woorden snijden door de stilte, en ik blijf even verlamd zitten, met mijn kopje koffie in mijn hand.
Ik wil iets zeggen, iets waarmee ik het goed kan maken. Maar niets lijkt genoeg. Zijn boosheid vult de kamer, en voor ik kan reageren, slaat de deur achter hem dicht. Ik blijf achter, duizend gedachten tegelijk. Wat had ik moeten zeggen? Heb ik hem echt niet gehoord? En belangrijker nog: hoe luister ik naar hem als ik zelf niet eens weet waar te beginnen?
Zijn woorden blijven nagalmen. “Je luistert nooit naar me.” Misschien heeft hij gelijk. Misschien moet ik niet reageren, maar luisteren. Echt luisteren. Niet met het idee om iets op te lossen, maar gewoon om er voor hem te zijn.
En ergens realiseer ik me: hij heeft me geraakt. Misschien was dit wat ik nodig had om stil te staan bij hoe ik hem zie. Niet alleen als mijn zoon, maar als iemand die gehoord wil worden. Net als wij allemaal.
Algemene opdracht
Lees het verhaal en reflecteer: Hoe raakt dit verhaal jou? Wat kun je hieruit leren voor jezelf of anderen?
Specifieke aanvulling
Denk terug aan een moment waarop je het gevoel had dat iemand niet naar je luisterde. Misschien was het een collega, een vriend, of een familielid. Hoe voelde dat voor jou? Wat wilde je dat die persoon anders deed?
Actiepunt
Schrijf op hoe je in het vervolg beter naar iemand kunt luisteren. Wat zou je anders doen? En hoe kun je ervoor zorgen dat mensen zich gehoord en begrepen voelen door jou?