Ik zat op zolder. Het stof dwarrelde in de lichtstralen die door het kleine raam naar binnen vielen. Mijn vader was een paar maanden geleden overleden en terwijl ik door dozen vol herinneringen bladerde, vond ik zijn memoirs. Hij had iedereen in de familie een kopie nagelaten. Mijn hart bonsde in mijn borst terwijl ik het vergeelde papier oppakte en begon te lezen.
De eerste zin deed mijn bloed stollen.
"Mijn zoon was een onhandelbaar kind. Ik had graag een stoere zoon gehad, net zoals mijn andere zoon."
De woorden boorden zich in mijn hoofd. Mijn lichaam verstijfde. Woede en onbegrip golfden door me heen. Mijn vader, die nooit een woord met me gesproken had over zijn gevoelens, over hoe hij tegen dingen aankeek, had nu zijn waarheid opgeschreven. Niet in een gesprek met mij, niet in een poging tot begrip, maar in een memoire. En hij had het aan de hele familie gegeven, alsof het de enige waarheid was.
Nog nooit had ik me zo alleen gevoeld. In een opwelling van woede sloeg ik een deuk in de gipsplaat naast me. Mijn ademhaling was zwaar, mijn hoofd bonkte. Ik wist niet wat ik moest doen, dus ik deed niets. Ik liep naar beneden, mijn gezicht strak van emoties. Mijn vrouw keek me aan en zag het direct. Maar ik hield mijn mond. Ik wilde er niet over praten, ik wilde het wegstoppen.
Drie dagen
Drie dagen lang was ik niet te genieten. Chagrijnig. Afwezig. Alsof ik in een mist liep. Had ik het dan zo verkeerd gezien? Was ik echt zo’n verschrikkelijk kind geweest? Mijn hoofd speelde het keer op keer af, zonder een antwoord te vinden.
Op de derde dag keek mijn vrouw me aan en zei: “Nu moet je vertellen wat er aan de hand is.”
Ik vertelde alles. Ze luisterde aandachtig. Geen oordeel, geen snelle antwoorden. Gewoon luisteren. En toen zei ze iets dat ik niet verwachtte: “Nu wordt het tijd dat je naar die stilteretreat gaat waar je het al zo lang over hebt.”
De stilte in
Een week later bevond ik me in een afgelegen deel van Drenthe, omringd door weilanden en stilte. Ik deed yoga, nam houdingen aan met vreemde namen: de kraanvogel, de schildpad, de krokodil. En terwijl de grazende koeien me verbaasd aankeken, kwam ik langzaam tot rust.
Daar, midden in de stilte, gebeurde er iets. Ik voelde ruimte in mijn hoofd. De knoop in mijn maag begon los te laten. En toen kwam het besef.
Het is tijd voor mij.
Jarenlang had ik me laten leiden door de verwachtingen van anderen. Jarenlang had ik geprobeerd de perfecte zoon te zijn. Maar wat ik ook deed, het leek nooit goed genoeg. En nu, daar in dat weiland, nam ik een besluit: het is tijd om mijn eigen pad te bewandelen. Om niet langer te leven naar de maatstaven van mijn vader, mijn familie, de buitenwereld. Maar voor mezelf.
Algemene opdracht
Sta eens stil bij de verwachtingen die je met je meedraagt. Welke overtuigingen heb jij over jezelf, omdat iemand anders ze jou heeft aangepraat? Hoeveel van wat jij nastreeft, doe je écht voor jezelf?
Specifieke aanvulling
Denk terug aan een moment waarop je voelde dat je moest voldoen aan andermans verwachtingen. Hoe beïnvloedde dat jouw keuzes? Wat zou je nu anders doen?
Actiepunt
Neem vandaag een moment van stilte. Zet je telefoon uit, zoek een rustige plek en schrijf op: Wat wil ik écht? Wat zou ik doen als ik me niets zou aantrekken van wat anderen van me vinden? Laat de antwoorden op je inwerken. En maak een eerste kleine stap om dichter bij jezelf te komen.